
​
Oriënterende Proef Prehospitaal Geneeskunde (OPPG)
​
DOELSTELLING
De oriënterende proef prehospitaal geneeskunde peilt naar de minimale theoretische kennis noodzakelijk om op een veilige manier kwalitatieve zorg te bieden in de prehospitaal setting. Het heeft als doel artsen te stimuleren hun basiskennis van prehospitaal geneeskunde aan te scherpen alvoor ze hun activiteiten op een MUG-dienst aanvangen. Dit zou vervolgens moeten resulteren in kwaliteitsgarantie en veilige praktijkvoering.
​
DOELGROEP
De proef is toegankelijk voor elke arts en absoluut aan te raden voor wie op korte termijn een rotatie op een MUG-dienst zal doorlopen. Hoewel de meeste MUG-rotaties door urgentieartsen (in opleiding) worden uitgevoerd, zijn ook collega’s (in opleiding) uit andere disciplines (anesthesie, interne geneeskunde, intensieve geneeskunde, heelkunde, …) welkom.
​
ORIËNTEREND KARAKTER
Deze proef is een oriënterend en dus niet bindend. Er is geen wettelijk kader dat de proef oplegt. Toch raden wij deze proef ten zeerste aan voor alle artsen die binnenkort een rotatie op een MUG-dienst zullen doorlopen.
Het behaalde certificaat wordt persoonlijk toegestuurd. Uw (lokale) stagemeester kan dit certificaat mogelijk opvragen voordat u wordt toegelaten tot de MUG-dienst. Informeer daarom minstens 9 maanden van tevoren bij uw (toekomstige) stagemeester of dit certificaat als voorwaarde geldt om prehospitaal geneeskunde te mogen uitvoeren.
Voor assistenten urgentiegeneeskunde is deze proef opgenomen binnen de Manama Urgentiegeneeskunde onder het OPO “Aanvullingen in de Urgentiegeneeskunde, deel 1,” van toepassing op alle Vlaamse universiteiten vanaf het academiejaar 2021-2022. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw universitaire stagemeester
​
MODALITEITEN
De proef zal minstens 2 keer per jaar plaatsvinden (3e dinsdag van maart en 3e dinsdag van september), simultaan op verschillende locaties in Vlaanderen.
Aan de hand van 40 multiplechoicevragen met “single-best” antwoord wordt gepeild naar de theoretische kennis. Daarnaast worden ook inzicht vragen gesteld aan de hand van eenvoudige casuïstiek en worden basisvaardigheden (vb. ECG) getoetst. Er is geen giscorrectie en de verwerking van de resultaten gebeurt centraal. Er is geen praktijkproef voorzien. Er wordt een gewogen grens gehanteerd om te bepalen of u geslaagd bent. De resultaten worden twee weken na de proef persoonlijk gecommuniceerd. Indien gewenst, kan de proef worden hernomen na extra voorbereidingen.
​
LEERSTOF
Alle relevante leerstof werd voor u samengevat en ter beschikking gesteld op de VAUG-website. Dit om de studiebelasting zo beperkt mogelijk te houden. De vragen op de toets zullen dan ook gebaseerd zijn op deze leerstof. Er dienen, behoudens de aangehaalde richtlijnen en verwijzingen (zoals de meest recente ERC-reanimatierichtlijnen) geen extra handboeken of richtlijnen gestudeerd te worden.
​​